Website door
Antoinette Verstegen

Achterbuurt

Dinsdag 22 oktober 2019

Ik groeide op in een achterbuurt. Tenminste, dat is wat mensen uit andere wijken in het dorp, me als kind vertelden. Ik ben er niet geboren. Dat was in een kasteel. Inderdaad, ik ben behoorlijk kasteelwaardig. Maar in die tijd deed het dienst als ziekenhuis en was het prinsessenleven een paar dagen na mijn geboorte al voorbij.

De buurt waar ik opgroeide, bestond uit 6 straatjes. En toch joegen we hele volksstammen schrik aan. Als kind had ik geen idee hoe dat kon. Er waren vooral veel kinderen om mee te spelen en grote mensen die hard werkten. Zoals de vaders die in hun blauwe overall, op de fiets tussen de middag thuis kwamen eten. Ik was jaloers op de kinderen van deze vaders. Die van mij was ijzervlechter en werkte door het hele land. Hij vertrok voor zes uur ’s ochtends en was op z’n vroegst rond vijven weer thuis. En ’s avonds had hij vaak ook nog klussen, als ober en nog van alles om ons gezin te onderhouden.

In de buurt waar ik opgroeide, haalden we woensdagmiddag papier op en kregen een gulden voor een volle bolderkar. De slotnonnen van het klooster aan de rand van de wijk zeiden niets. Wel gaven ze de bal terug die achter de muur belandde, door een luikje in de deur.

We hadden een veldje waarop we voetbalden. Kromme Cor liet er ondanks het bordje ‘verboden voor honden’ toch steeds weer z’n herdershonden uit. Hij was voor geen rede vatbaar, dus stopten we een drol van een van zijn honden in een krant, staken die voor zijn deur in brand en belden aan. Ik voel nog de slappe lach die opkwam, toen ik al wegrennend vanuit mijn ooghoeken zag dat Cor op geruite sloffen het vuur uittrapte.

Veel spannender werd het niet. En toch kleefde er iets aan me. Ik leerde dat het best vaak belangrijker werd gevonden waar ik vandaan kwam dan wie ik was.

Eerlijk gezegd snap ik het als volwassene nog steeds niet. Zeker niet als de vooroordelen ook nu soms nog lijken te leven. Zoals vorig jaar iemand serieus tegen me zei: dat je durft toe te geven dat je in die buurt bent opgegroeid! Alsof ik ineens iemand anders zou zijn, door de straat waarin ik als kind woonde.

In mijn jonge jaren heb ik mijn buurt vaker dan eens verloochend. Het op waarde schatten van mijn afkomst, leerde ik pas laat. Door het leven en door opnieuw de mensen met wie ik opgroeide, te ontmoeten. Ik viel meteen weer voor de directheid, de humor en het wij-gevoel. Het belangrijkste wat ik van opgroeien in dat buurtje leerde, is dat het me geen zak interesseert waar je vandaan komt of wat je hebt. Wat voor mij telt, is hoe je bent en of je iemand die niet direct in je straatje past, een kans geeft.

Deze column las ik voor tijdens 'Vertellis' van de Sociëteit Boxmeer.